Beschouw de inzet van robots als experiment

Interview met Maartje Schermer, Centrum voor Ethiek en Gezondheid
Robotisering in de langdurige zorg kan dé oplossing zijn voor toekomstige uitdagingen op het vlak van personeelsproblematiek en meer doelmatigheid of kwaliteit van zorg. Maar hoe zorg je voor een ethisch verantwoorde inzet ervan? Het betreft namelijk een doorlopend experiment en raakt volop aan gedeelde waarden in de huidige zorg en maatschappij. In het kader van ethiek en robotisering, interviewde ik Maartje Schermer van het CEG (Centrum voor Ethiek en Gezondheid) over een recente analyse van deze ethische aspecten.

Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid is een samenwerkingsverband tussen de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en de Gezondheidsraad. Het CEG draagt volgens Schermer met een reeks signalementen bij aan beleid voor ethisch verantwoorde ontwikkeling van e-health. Het centrum signaleert over actuele en beleidsrelevante ethische vraagstukken over gezondheidszorg en biomedisch onderzoek. Verder informeert het ministers, parlement, beleidsmakers en andere betrokkenen over ontwikkelingen binnen de ethiek en gezondheid. Om de signalerings-, kennis- en verwijsfuncties zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, onderhoudt het CEG een nationaal en internationaal netwerk. Het publiceert regelmatig signalementen en nodigt experts uit voor het schrijven van essays, recent bijvoorbeeld over ‘Ethiek in tijden van corona’. Signalementen zijn minder breed van opzet dan adviezen zoals van de Gezondheidsraad en de RVS. De signalementen bieden een eerste analyse van relevante aspecten, argumenten en problemen. Kortom het CEG signaleert ethische ontwikkelingen in de zorg. Het ziet haar rol als actief signaleren en het ophalen van ontwikkelingen uit de zorgsector en maatschappij.

Wat was concreet de aanleiding voor het signalement over robotisering?
Maartje Schermer: “VWS vroeg ons expliciet om de ethische aspecten in kaart te brengen rondom drie onderwerpen: app’s & wearables, robotisering en sensoren. VWS hecht veel belang aan e-health, waarin zij veel mogelijkheden zien voor de schaarste aan personeel en om zorgkwaliteit te verbeteren. Een eerdere nota rondom medische ethiek (2017/2018) geeft aan dat de ethische aspecten hierbij van groot belang zijn. VWS gebruikt dit signalement om hun beleidsagenda erop te baseren. Om te noteren wat er technisch allemaal mogelijk is, maar ook welke knelpunten en ontwikkelingen men ziet aankomen en hoe men daarop kan inspelen.”

Wat is het belang van een dergelijk signalement?
“Dit soort rapporten zijn nodig omdat veel technologische ontwikkelingen (ontwikkelaars en beleidsmakers) vaak technology driven worden aangevlogen. Men is met name gericht op wat er kán in plaats van de vraag te stellen: hoe draagt dit bij aan goede zorg of wat hebben gebruikers en zorgverleners nodig? Dus het is goed om vanuit de vraag en behoefte te kijken naar de kansen voor verdere verbetering in de ontwikkeling van producten en de implementatie hiervan. Zie het als een blijvend experiment en blijf hiervan continu leren.” “Het CEG reikt aandachtspunten en expliciete voorbeelden aan zodat diverse stakeholders, zoals beleidsmakers, ontwikkelaars en zorgorganisaties, handvatten krijgen om deze ontwikkelingen ethisch goed vorm te geven. Het is ook belangrijk om dit soort aspecten in opleidingen op te nemen. Het CEG doet dan ook een oproep aan opleidingen om dit te gebruiken, zodat de stakeholders hun kennis kunnen verrijken om vaardiger te worden in de ethische aspecten die van belang zijn bij dit soort innovaties.” “Signalementen als deze kunnen tot slot bijdragen aan concretere vervolgstappen, nodig voor de ontwikkeling van innovaties zoals robotisering. Zo zien we dit soort onderwerpen terugkomen in de beleidsagenda van VWS met nadere invulling van acties, kan er meer investering in onderzoek worden gestoken. Ook valt te denken aan aanvullende maatregelen of facilitering vanuit VWS om dit soort innovaties mogelijk te maken. Denk aan bekostiging of wet- & regelgeving.”

Wat concludeert het CEG in haar signalement?
“Robotisering in de langdurige zorg staat nog in de kinderschoenen. Zorgrobots die echt handen aan het bed kunnen bieden, zijn er nauwelijks.
Robots voor sociale interactie en cognitieve ondersteuning zijn beperkt in wat ze kunnen. Om met zorgrobots de kwaliteit van de langdurige
zorg te verbeteren en eventueel het hoofd te kunnen bieden aan personeelstekorten, is verdere ontwikkeling en meer onderzoek nodig.” “Daarbij is blijvende aandacht voor praktijkervaringen van belang, in het bijzonder voor de gevolgen die de inzet van zorgrobots heeft voor belangrijke waarden in de zorg. Want zorgen is meer dan alleen praktische zorgtaken uitvoeren. Het gaat ook over betrokkenheid, zorgzaamheid, waardigheid, respect, (omgaan met) afhankelijkheid en betekenisvol contact. Zorgrobots hebben invloed op die waarden, zowel positief als negatief. Robots dienen niet als vervanging van menselijke zorgverleners maar als toevoeging. De relatie tussen de zorgverlener en de zorgontvanger verandert door die toevoeging.”

Wat is het advies voor de Nederlandse overheid?
“De overheid doet er goed aan te investeren in verdere professionele ontwikkeling van robotisering in de zorg. Door inzet van robots te beschouwen als experiment in plaats van implementatie van een uitontwikkeld product, kan zij ontwikkelaars en gebruikers stimuleren praktijkervaringen te onderzoeken en te benutten om zorgrobots voortdurend te verbeteren. Verder is meer onderzoek nodig om iets te kunnen zeggen over langetermijneffecten van zorgrobots.” “Het CEG pleit ervoor om de waarden die robots in de zorg realiseren nadrukkelijk te onderzoeken en mee te wegen in de verdere ontwikkeling. Niet de technologische mogelijkheden moeten leidend zijn, maar de vraag of die technologie meerwaarde heeft voor de zorg. Er moet worden gestreefd naar robotica die de waarden niet aantasten, maar juist versterken. Dat betekent bijvoorbeeld dat de mogelijkheden voor meer betekenisvol contact verder verkend moeten worden. Daarnaast verdient het scholen van
zorgverleners in de inzet van zorgrobots en het maken van afspraken over verantwoord datagebruik aandacht. Ook hier heeft de overheid een taak: het waarborgen van een rechtvaardige verdeling van zorgmiddelen.”

Wat ziet het CEG als waardevolle opvolging van dit signalement?
“Dat dit signalement bij een breder publiek onder de aandacht komt, zodat bij meer mensen op het netvlies komt te staan dat robots in de zorg zullen komen. Dat mensen gaan nadenken over hun eigen toekomst van zorg en kritisch nadenken over hun eigen behoefte en wat mensen belangrijk vinden daarin. Dat zij een realistischer beeld krijgen bij de inzet van robots in de zorg. Maar ook erover in gesprek gaan met anderen en zo tot een zekere mate van bewustwording komen.” “Het zou mooi zijn als een signalement helpt om zwart-wit denkpatronen te doorbreken. Robots zijn zowel eng als fantastisch. Het CEG hoopt als het ware meer empowerment te creëren rondom robots, waardoor gebruikers behoeften meer gehoord en gezien kunnen worden. Wat willen we wel en wat willen we niet. Hoe gaan technologie en mens in de toekomst het beste samen. Hoe zorgen we voor voldoende participatie van gebruikers en ontwikkelaars. Het hebben van voldoende kennis én oog voor de zorgwaarden die op het spel staan zijn daarbij twee heel belangrijke zaken.”

Belangrijkste uitkomsten signalement over robotisering
Het is nog niet duidelijk welke impact het gebruik van robots in de zorg zal hebben, maar wel dát het impact zal hebben. Zorgen is meer dan alleen de praktische uitvoering van zorgtaken en daarmee is de zorgpraktijk waardengeladen. De inzet van zorgrobots kan botsen met deze waarden doordat het de relatie tussen zorgverlener en zorgontvanger verandert. Over wat voor soort waarden hebben we het dan?

Betekenisvol contact
De vrees bestaat dat de inzet van sociale robots ertoe leidt dat zorgontvangers minder contact hebben met cliënten. De robots kunnen immers
gebruikt worden als rechtvaardiging om iemand langer alleen te laten. Maar betekenisvol contact is niet noodzakelijk menselijk contact, en menselijk contact is niet per definitie betekenisvol. Zo kunnen sociale robots ook bijdragen aan meer contact, als ze bijvoorbeeld contact tussen mensen onderling stimuleren of faciliteren.

Waardigheid
Robots kunnen de zorgontvanger het gevoel geven als object behandeld te worden. Dan tast de robot het gevoel van waardigheid van mensen aan. Aan de andere kant kunnen robots zorgontvangers juist een groter gevoel van zelfstandigheid geven of van controle doordat ze dingen zelf kunnen doen.

Autonomie
Robots kunnen de autonomie van zorgontvangers vergroten door ze minder afhankelijk te maken van zorgverleners. Maar ze kunnen ook zodanig geprogrammeerd zijn dat ze de zorgontvanger juist beperken in keuzevrijheid.

Privacy
Robots kunnen veel gegevens meten en opslaan. Daarbij moet een afweging gemaakt worden tussen enerzijds privacy en controle over data en anderzijds de behoefte aan een zinvolle, op het individu aangepaste en efficiënte inzet van robots.

Rechtvaardigheid
Het is van belang dat bij innovaties niet alleen gekeken wordt naar wat mogelijk is met de nieuwste technologie maar ook naar het doel van de zorg, de vraag of en hoe technologie daaraan kan bijdragen en de vraag wie daar de vruchten van plukt.

18 februari 2021 - Xenia Kuiper/ ICT&health