Nieuwe 'medewerker' vereist juiste ondersteuning HR arbeidsvoorwaarden voor een sociale robot
Robots zijn onmiskenbaar in opkomst, zowel in ons dagelijks leven als in de zorg. Met veelbelovende effecten voor cliënten. Maar wat betekent de komst van een robot voor de zorgprofessional? Hoe groot is het belang van een duidelijk afgebakende taakverdeling tussen beiden? Wat hebben zorgprofessionals nodig om succesvol samen te kunnen werken met robots? En heeft een robot recht op eigen arbeidsvoorwaarden? Het antwoord op veel van deze vragen weten we nog niet, want we staan nog aan het begin van deze ontwikkelingen. Maar we kunnen wel alvast vooruitblikken op de rol die HR hierin speelt en de eerste ervaringen delen.

Als een zorgorganisatie sociale robots wil introduceren op de werkvloer, is het allereerst belangrijk om zorgprofessionals de ruimte te geven in hoe zij met de robot willen samenwerken. Mijn ervaring is dat je van tevoren niet te veel moet opleggen. Daarbij is het wel van belang dat je, net zoals je kwaliteitseisen stelt aan medewerkers, ook kwaliteitseisen stelt aan de robot. Niet alleen op technisch, maar vooral op zorginhoudelijk vlak. Nieuwe medewerkers moeten het juiste opleidingsniveau hebben of werken volgens een bepaalde pedagogische methode. Zo'n competentieprofiel moet ook voor de robot worden bepaald. Zodat je altijd garant kunt staan voor de basiskwaliteit die de robot levert. Je wilt er tenslotte op kunnen vertrouwen dat het advies en handelen van een robot op een verantwoorde manier tot stand is gekomen. En dat de robot op de eigen taakgebieden voldoende kan tippen aan dezelfde kwaliteit van medewerkers en dus aan de algehele kwaliteit van zorg.

Heldere rolverdeling
Om kwalitatief goede zorg te kunnen leveren, is een heldere rolverdeling tussen zorgprofessional en robot een vereiste. Er moet antwoord worden gegeven op vragen als: tot waar gaat het takengebied van de robot, vanuit welke uitgangspunten en volgens welke kwaliteitsafspraken handelt hij? Om die reden is het belangrijk dat je als zorgprofessional weet hoe een robot functioneert. Je moet zogezegd robotvaardig zijn. Dit betekent dat je in grote lijnen moet weten hoe een robot tot zijn handelingen komt, naast uiteraard de benodigde vaardigheden om hem te kunnen bedienen. De robot kan zijn werk alleen goed doen als de zorgprofessional de robot van toegevoegde waarde laat zijn, door deze van de juiste instructies te voorzien. De regie ligt bij de zorgprofessional. Die moet inzicht hebben in hoe de robot informatie verzamelt, wat de robot daar vervolgens mee doet en wat het eindresultaat daarvan betekent. Anders kan een zorgprofessional niet inschatten of je op de robot kunt vertrouwen of wat de kwaliteit van zorg vanuit de robot is.

Werking robot
Als je gaat werken met een robot, leg dan aan anderen uit hoe de robot zijn technische 'zintuigen' gebruikt: hoe werken gezichts-, spraak- en emotieherkenning en kunstmatige intelligentie via de camera's en sensoren van de robot? Besef dat een interactie die uitgesproken wordt door een robot, in eerste instantie door een mens is ingegeven. Of als je met kunstmatige intelligentie werkt, dat de robot via een algoritme zelf een interactiesuggestie heeft samengesteld. Het is daarom van belang dat je als mens weet hoe een robot van binnen werkt.

"ZORGPROFESSIONAL MOET ROBOTVAARDIG ZIJN"

Diploma robotvaardigheid
Zorgprofessionals die met een sociale robot gaan werken, moet je eerst een bewijs voor robotvaardigheid laten behalen. Dit betekent passende training en ondersteunende tools aanbieden, zodat de zorgprofessional kan aantonen dat hij of zij weet hoe de robot werkt, hoe deze bediend moet worden en wat te doen als de robot het niet doet. Even belangrijk is het dat je als zorgprofessional in staat bent om de mogelijkheden van de robot te koppelen aan de cliëntbehoefte. Een certificaat om samen te werken met robots. Net zoals je een rijbewijs moet hebben om in een auto te mogen rijden. Dat klinkt misschien wat zwaar, maar als dit soort vaardigheden niet goed geborgd wordt, zal een robot zijn werk nooit goed kunnen doen en kun je onvoldoende aan op de kwaliteit van zorg die de robot levert. Het is dus belangrijk om zowel robots als zorgprofessionals te kwalificeren in de samenwerking.

Impact op zorgprofessional
Ook HR heeft een rol in een goede 'verstandhouding' tussen medewerker en robot. Dat begint met het in de gaten houden van de rolverdeling. HR dient vroegtijdig een goede inschatting te maken van de impact die de inzet van een sociale robot heeft op het takenpakket of de rolverdeling. Om kwalitatief goede zorg te kunnen leveren, is een heldere rolverdeling tussen zorgprofessional en robot een vereiste. Daarnaast dient HR uiteraard ook oog hebben voor hoe de zorgprofessional dit alles beleeft. Ook bij zorgprofessionals zien we dat zij daar als 'mens' op reageren. Je bent er als organisatie niet door te denken: we leggen uit hoe een robot werkt, hoe je deze moet bedienen en dan ga je er fijn mee samenwerken. Het is belangrijk om goed te kijken naar zaken als: hoe voelt de zorgprofessional zich tegenover de robot en wie van beiden heeft waar de regie op. HR moet ervoor zorgen dat er duidelijke afspraken zijn. Afgebakende grenzen in verantwoordelijkheden en taakgebieden. Tot waar gaat het takenpakket van een robot, tot waar dat van de medewerker en hoe verhouden die zich tot elkaar? Bovendien is het belangrijk dat HR op de hoogte is van nieuwe richtlijnen en wetgeving.

Arbeidsvoorwaarden voor robot
De mogelijkheid bestaat dat HR er met de robot een medewerkersverantwoordelijkheid bij heeft. Dat een robot ook bepaalde arbeidsvoorwaarden nodig heeft in de toekomst, gericht op bijvoorbeeld de werktijden: hoe lang mag een robot aan en wanneer moet deze weer even in de ruststand. Het is verstandig om dat vast te leggen. Niet voor het welzijn van de robot, maar wel om de kwaliteit van zijn werk te kunnen blijven garanderen. Dat is niet iets dat even met een technisch certificaat afgedicht kan worden. HR zou moeten kijken naar hoe een robot zijn werk zo optimaal mogelijk kan doen en welke voorwaarden daarvoor gecreëerd moeten worden. En er uiteraard voor zorgen dat die voorwaarden nageleefd worden. Dat HR moet faciliteren dat een apparaat zijn werk goed doet, is voor veel zorginstellingen waarschijnlijk een nieuwe situatie.

Competentieprofiel
Ook nieuw en op het eerste gezicht vreemd, is dat je moet gaan nadenken over de competentieprofielen voor een robot, zeker als deze zelflerend zijn of worden. Dan kan een organisatie bewust selectief worden in het 'aannemen' van robots. Je wilt niet zomaar elke robot in dienst nemen, dit vraagt om specifiek HR-beleid. Juist omdat robots mogelijk een aanvulling worden op de toekomstige medewerkerspool. Een organisatie moet garant staan voor de kwaliteit van zorg, ook met de inzet van robots. Dit betekent dat je er niet alleen voor moet zorgen dat medewerkers goed functioneren, maar ook dat de robots in de juiste omstandigheden hun werk kunnen doen.

30 augustus 2019 - Xenia Kuiper/ ICT&health