Sociale robots worden binnen de Nederlandse zorg steeds meer ingezet. Met daarbij mooie indicaties van de potentiële kwalitatieve en kwantitatieve opbrengsten. Een veelgehoord punt bij dit soort lange-termijninnovaties is dat een goede business case rond krijgen in beginsel lastig is. De reden? Er is nog veel onontgonnen terrein rondom de inzet van robots. Er zijn veel variabelen van invloed, die veel onzekerheid in zich hebben. Er moeten in eerste instantie veel vlieguren gemaakt worden met de praktische toepassing van robots om een eerste indruk te krijgen van mogelijke effecten en opbrengsten. Zit er dan wel een positieve business case in het lonkend perspectief van sociale robots?
Zeker, op de lange termijn is die naar verwachting wel degelijk aanwezig. Sterker nog, tijdens de inzet van robots in de praktijkonderzoeken van zorgaanbieder Philadelphia worden al diverse baten gerealiseerd. Met name op het kwalitatieve vlak, zoals zelfstandiger functionerende cliënten, minder gedragsproblematiek of zorgprofessionals die meer tijd vrij krijgen voor persoonlijke aandacht aan de cliënten. Dit omdat de robot een aantal repeterende handelingen overneemt van de zorgprofessional. Om als organisatie meer grip te krijgen op de mogelijke business case rond de inzet van sociale robots, is het raadzaam om veel onderzoeksdata te verzamelen. Deze data geven namelijk inzicht in de effecten van sociale robots op clientwaarde, zorgwaarde, medewerkerwaarde en financiële waarde. Door voldoende onderzoeksdata te verzamelen, kun je als organisatie een goede indicatie krijgen van een potentiële business case. Tenslotte geeft (langdurige) toepassing in de praktijk het beste inzicht of de verwachte baten van een robot ook echt realistisch blijken. Vaak worden in eerste instantie de kwalitatieve baten zichtbaar bij de inzet van robots in de praktijk. Vervolgens is het de kunst om die door te vertalen naar kwantitatieve baten. Beide soorten baten moeten daarbij niet alleen in kaart gebracht worden: uiteindelijk ga je als organisatie deze baten ook monitoren en uitnutten. Want als een robot slechts een toevoeging wordt op de bestaande situatie en verder geen impact heeft op de doelstelling waarvoor hij wordt ingezet, schiet de inzet zijn doel voorbij.
Toekomstige problematiek
Met sociale robots wordt veelal ingezet op het kunnen behappen van toekomstige problematiek, zoals een groeiend tekort aan zorgprofessionals. Een tekort dat kan ontstaan door minder instroom van beschikbare zorgprofessionals op de arbeidsmarkt, door te veel uitval vanwege een verhoogd ziekteverzuim of verminderd werkplezier. Een andere belangrijke doelstelling is om te kunnen blijven voldoen aan de groeiende zorgvraag. Met de behoefte vanuit zowel mens als maatschappij, tot het kunnen leiden van een onafhankelijker leven met meer eigen regie, zeggenschap en zelfstandigheid. Een toekomstig probleem is nog niet altijd tastbaar in het hier en nu. Tenslotte is er nu nog wél personeel beschikbaar, waardoor de urgentie zich minder sterk voordoet. Daarbij moet gezegd worden dat de huidige workload van zorgprofessionals soms al zó hoog is, dat de impact van het inzetten van robots vooral kwalitatieve baten opleveren. En daarmee de business case (financieel) minder hard gemaakt kan worden. Het is namelijk niet zo dat de robot per direct zorgt voor de inzet van minder personeel. Wel is het zo dat de inzet van een robot in het hier en nu al kan leiden tot een lagere werkdruk en diverse andere positieve kwalitatieve baten. Kwalitatieve baten die uiteindelijk deels door te vertalen zijn naar kwantitatieve baten. Met de inzet van robots nú wil je er als organisatie in de (nabije) toekomst klaar voor zijn dat - als het probleem van bijvoorbeeld de personele tekorten zich in ernstige mate voordoet - je niet dán nog moet starten met het zoeken naar een oplossing. Je wil die oplossing al binnen handbereik hebben, zodat je wellicht in het gunstige geval zo min mogelijke negatieve impact merkt van het personele probleem. Kortom je bent als organisatie adaptief op wat komen gaat.
Mogelijke baten
Goed, je hebt veel ‘vlieguren’ gemaakt met de inzet van robots in de dagelijkse zorg en je hebt de eerste indicaties van zorginhoudelijke uitkomsten inzichtelijk. Oftewel je kunt gaan starten met een doorvertaling van de positieve effecten naar mogelijke baten. Dit kunnen er legio zijn, maar baten zijn doorgaans niet gelijk aan zorginhoudelijke uitkomsten. Baten leveren namelijk iets op, op basis van geconstateerde effecten. Zo kan een zorginhoudelijk effect zijn dat cliënten door de robot beter in staat zijn zelfstandig taken op te pakken of beter om te gaan met emoties. Dit maakt hen minder afhankelijk van een zorgprofessional en kan leiden tot een verandering in zorgvraag, zoals een verminderd beroep op zorgprofessionals op dit specifieke vlak van ondersteuning. Wat uiteindelijk weer kan leiden tot tijdsreductie voor zorgprofessionals, die minder tijd kwijt zijn aan bepaalde repeterende handelingen en hiermee meer tijd vrij krijgen voor andere activiteiten of cliënten.
Rol van robots
Het is voor het opbouwen van een business case belangrijk dat je op basis van de praktijkuitkomsten een beeld ontwikkelt ten aanzien van de rol die de robot mogelijk kan oppakken in het huidige (en toekomstige) takenpakket van de zorgprofessional. Door de zorginhoudelijke effecten door te vertalen naar specifieke taakgebieden, kun je een betere indicatie krijgen van welk soort taken zouden kunnen worden overgenomen door robots. Als bijvoorbeeld blijkt dat 80 procent van de cliënten echt zelfstandiger wordt in het uitvoeren van taken, kun je een eerste inschatting gaan maken van de hoeveelheid tijdsreductie die je kunt behalen bij zorgprofessionals. Uiteindelijk is elk zorginhoudelijk effect toe te wijzen aan een bepaalde kwalitatieve bate, die op zijn beurt weer te koppelen is aan een bepaalde waarde zoals clientwaarde, zorgwaarde, medewerkerwaarde of financiële waarde. Vanuit deze kwalitatieve baten kan worden gekeken naar de mogelijke kwantitatieve baten die hieruit ontstaan.
Zorginhoudelijke effecten
Het is daarbij van belang om altijd goed inzicht te houden in welke mate de zorginhoudelijke effecten voorkomen. Dus bij hoeveel procent van de onderzochte cliënten blijkt een positief effect van een bepaald taakgebied zich voor te doen, als die taken worden uitgevoerd door de robot. En om de koppeling te kunnen maken tussen mogelijke baten en de genoemde waarden, is het goed om helder te maken welke aspecten er onder een bepaalde waarde gehangen kunnen worden. Zo hoort een verhoogde eigenwaarde bijvoorbeeld thuis bij clientwaarde en mens- of tijdsonafhankelijke zorgmomenten bij zorgwaarde. Voorbeelden van medewerkerswaarde en financiële waarde zijn respectievelijk: lagere werkdruk of lagere zorgkosten per client.
Goede afspiegeling
Uiteraard is het ook belangrijk om goed in te schatten of de onderzoeksdoelgroepen een goede afspiegeling vormen van de totale doelgroep waarop je de business case wilt toespitsen. Zo kun je tijdig een gevoel krijgen bij hoe representatief de tot nu toe opgedane uitkomsten zijn in het totaalplaatje. Dit omdat je in de business case aannames gaat doen ten aanzien van het aantal cliënten, zorgprofessionals en zorglocaties dat ondersteund kan worden door een sociale robot. En welke hoeveelheid tijdsreductie door bijvoorbeeld vergrote zelfstandigheid dan verwacht wordt. Bij dit laatste element ontstaat soms snel verwarring over twee zaken. Namelijk de reden waarom je als organisatie met minder zorgprofessionals dezelfde kwantiteit, kwaliteit en doelmatigheid van zorg kunnen blijven bieden door de inzet van technologie zoals sociale robots. Waarbij ik opnieuw refereer aan het hogere doel: het voorkomen dat de zorg continuïteit stagneert áls er straks mogelijk te weinig zorgprofessionals zijn om aan de groeiende zorgbehoefte te voldoen.
Geen kostenreductie
Er is dus een tijdsreductie nodig van de (blijvende) zorgprofessionals: tijd die moeten vrijkomen met de inzet van robots zodat zorgprofessionals de zo hard benodigde menselijke kant van de zorg kunnen blijven bieden. Dit is iets anders dan robots inzetten om mensen weg te bezuinigen, om een kostenreductie te behalen via een efficiencyslag. Nee, de waardevolle belofte van sociale robots zit er juist in dat de inzet van robots kan leiden tot meer doelmatige zorg en een betere inzet van zorgprofessionals. Die krijgen meer tijd voor persoonlijke aandacht aan cliënten en kunnen dankzij minder werkdruk en minder ziekteverzuim op een gezonde wijze nog betere zorg geven aan cliënten.
18 februari 2022 - Xenia Kuiper/ ICT&health