Robots in de zorg, een kille gedachte? Willen we straks door apparaten verzorgd worden? Waarom zien we zoveel ethische bezwaren bij de ontwikkeling en inzet van robots, terwijl we zonder moeite mobiele telefoons, apps en sociale media ons leven binnenlaten? Privacy en security nemen we soms voor lief, zolang we maar gebruik kunnen maken van al die handige toepassingen. Gemak dient de mens, al vele eeuwen. Nieuwe gereedschappen maakten en maken het leven aangenamer, welvarender en productiever. Deze ontwikkelingen brachten vele veranderingen met zich mee. Van paarden die overbodig werden door de auto tot sociale media, waarmee we geen seconde meer missen van elkaars leven. En de ontwikkelingen gaan volop door, ook op het vlak van (sociale) robots, zo bleek tijdens technologie CES 2020 afgelopen januari in Las Vegas. De vraag is dus niet óf maar hóe sociale robots hun intrede in ons leven en de zorg doen.
Van veel apparaten die ons leven verrijken, zouden we nu geen afstand meer kunnen doen. We zijn vergroeid met onze mobiel, we voelen ons onthand zonder internet en we slaan gigabytes aan foto's op in de cloud. We verzamelen zeer veel data van onszelf in de nieuwe digitale wereld. Daaronder ook data, waar we ons waarschijnlijk niet eens van bewust zijn. Kunstmatige intelligentie wordt in steeds meer apparaten toegepast en belooft veel nieuwe mogelijkheden voor ons gemak en onze productiviteit. Superhandig, al die apparaten en apps die precies weten wat je op het programma hebt staan, die je coachen bij het afvallen, sporten of zelfs bij het bewust verminderen van je schermtijd op digitale apparaten. Veilig gevoel We voelen ons prettig met al die moderne technologie om ons heen, veilig en begrepen. Ons leven wordt steeds leuker en makkelijker met al die slimme toepassingen. Toch? We hebben meer contact met vrienden, familie en collega's, allemaal eenvoudig digitaal te onderhouden. Onze persoonlijke netwerken groeien in de digitale wereld. We kunnen eigenlijk bijna niet meer zonder deze technologie, die buiten gemak ook een gevoel van geborgenheid biedt. Hoeveel ouderen hebben de tv niet geregeld aanstaan, puur voor de gezelligheid? Tv en ook radio brengen ons gezelschap en maken dat wij ons als mens verbonden voelen. Met de komst van sociale media zagen we eenzelfde tendens ontstaan. Continu online verbonden willen zijn, maakt ons gelukkig. Althans zo lijkt het. We voelen ons in ieder geval niet alleen en de digitale wereld stelt ons in staat om bij te benen wat er om ons heen gebeurt.
Risico's en gevaren
Nieuwe technologie brengt risico's mee. Online apparaten kunnen gehackt worden, data kan gestolen worden en je privacy geschaad. Criminelen kunnen je misleiden met nepmailtjes om je geld afhandig te maken. Bovendien heeft alle digitale schermtijd effect op ons welzijn en gedrag. Eén ding kunnen we concluderen: met de komst van moderne technologie, verandert er altijd iets in ons leven en doen zich nieuwe, voorheen onbekende effecten voor. Dit is nooit anders geweest. Het gedrag van de mens verandert met de komst van technologie en dat heeft zowel positieve als negatieve gevolgen. Die moeten we ervaren, beoordelen en er dan op reageren.
Steeds meer robots
De moderne technologie bracht ons ook robots. In tal van verschijningsvormen: zorgrobots, huishoudrobots, productierobots, operatierobots en zelfs dierenrobots. Dit is de zichtbare kant van robots, in tegenstelling tot chatbots of spraakassistenten. Een chatbot met artificiële intelligentie kan zelf een antwoord formuleren in communicatie met een mens. De 'bot' raadpleegt een database en zoekt naar een zo goed mogelijke match tussen vraag en antwoord. Met de inzet van machine learning kan de bot steeds meer en complexere vragen beantwoorden en zelfstandig zijn algoritme verbeteren. Robots vallen extra op, ze maken indruk met zowel 'competenties' als 'gedrag'. Ze kunnen handelingen overnemen van een mens, zoals productierobots allang doen: robots zetten in fabrieken auto's grotendeels autonoom in elkaar. De Atlas-robot van Boston Dynamics is een state-of-the-art verschijning van een dynamische humanoïde robot. Hij voert met ogenschijnlijk gemak een gymnastiekoefening uit waar Epke Zonderland zonder twijfel een hoog jurycijfer voor zou ontvangen. Humanoïde robots zien er vaak mensachtig uit qua lichaamsvorm of gezichtsuitdrukking, maar zijn in de basis net als andere apparaten.
Kunstmatige intelligentie
Een robot in combinatie met kunstmatige intelligentie leert zelfstandig handelingen uit te voeren die zichtbaar op het menselijke vlak komen. Een robot die weet in te spelen op iemands gemoedstoestand, die voor je ogen een trap oploopt of net over het juiste onderwerp begint tijdens een gesprek, dat schrikt op één of andere manier toch af. Want zo komt die robot wel heel dichtbij ons 'mens zijn'. Dan beginnen we ons af te vragen: willen we dat wel? Gaan die robots ons in de toekomst niet overtreffen en de wereld overnemen? Wat is dan nog onze toegevoegde waarde als mens, hoe versmelten wij mogelijk in de verre toekomst tot een combinatie van mens en machine, ofwel cyborgs? In Nederland lijken sociale robots de eerste kansen te krijgen en wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar de mogelijkheden ervan voor bijvoorbeeld de zorgsector. Voor sociale robots zien we een concrete meerwaarde in het leven van (kwetsbare) mensen. De eerste praktijkervaringen, zoals die bij Philadelphia Zorg, zijn positief. Mensen voelen zich gelukkiger en zelfstandiger met een robot in hun leven, ze voelen zich veilig en geborgen.
Privacy, security en ethiek
Duidelijk is dat dit soort experimenten en verkenningen om een zorgvuldige aanpak vragen en er een grote diversiteit aan thema's geborgd dient te worden. Kortom, er komt bij de inzet van robots in de zorg meer kijken dan slechts de positieve bevestiging van een beloftevolle meerwaarde. Zo vormen thema's als privacy, security en ethiek belangrijke aandachtspunten, waar we bewust mee moeten omgaan, maar waarover we veel op voorhand nog niet weten. Robots zijn nieuw in ons leven, we kennen de toepassing ervan nog onvoldoende. Uiteindelijk kunnen we pas echt oordelen op basis van uitgebreide praktische ervaring. Daarom moeten we vooraf niet te veel aannames doen over wat wel en niet goed is of dit op voorhand al vanuit beleid en visie bepalen.
Complexiteit verschilt
Privacy, security en ethiek verschillen in moeilijkheidsgraad. Zo is security misschien wel het makkelijkste thema. Binnen de ICT-wereld bestaat al veel kennis over op hoe data veilig opgeslagen kan worden, hoe internetlijnen beveiligd kunnen worden en systemen onbevoegden buiten de deur kunnen houden. Een thema als privacy is al uitdagender, deels omdat het een subjectief element bevat. Wat betekent privacy voor iemand tegenover de toegevoegde waarde van een toepassing? Als je jezelf wilt laten coachen door een app, heeft die app data van jou nodig. Als jij een slimme spraakassistent wilt gebruiken, dan zal deze toegang moeten krijgen tot een microfoon. Op die momenten geef je een deel van je privacy weg. Natuurlijk komen er steeds meer richtlijnen die bepalen wat er met jouw data gedaan mag worden of onder welke voorwaarden deze bewaard moet worden. Maar nog steeds geven we onze privacy meermaals makkelijk uit handen ten faveure van onze behoeften. In de zorg zit hier meer sturing op. Zorgorganisaties zijn verantwoordelijk voor het borgen van privacy van cliënten en moeten zich houden aan vele richtlijnen. Zij gaan hier dus bewust mee om. Een zorgorganisatie kan het simpelweg niet riskeren om onverantwoord met data om te gaan.
Scheidslijn soms lastig
Toch blijft de scheidslijn bij privacy soms lastig. Als je een robot de kans wilt geven om te ondersteunen in de zorg, dan heeft hij toegang nodig tot persoonlijke gegevens en situaties. Een sociale robot wordt, zoals we ervaren in de praktijk, snel als gezelschapsmaatje gezien en krijgt daarmee veel vertrouwen van de cliënt. Juist door die vertrouwensband kan de robot veel persoonlijke informatie verzamelen en hierdoor de betreffende persoon steeds beter ondersteunen. Belangrijk is dat we weten hoe een robot werkt, althans tot op zekere hoogte. Want weten we ook precies hoe andere apparaten in ons leven werken? Weten we hoe ons Google-account werkt, de cloud of de spraakassistent? De gebruiksaanwijzing van een apparaat kunnen we nog redelijk bevatten, maar kunstmatige intelligentie en de werking ervan al een stuk minder. We vertrouwen erop dat de partijen die ons de toepassing beschikbaar stellen, bewust en secuur omgaan met onze privacy en security.
Ethiek lastig aspect
Het thema ethiek is het derde en meest lastige aspect. Ethiek staat voor de leer van goed en kwaad. Maar hoe bepaal je wat goed en wat kwaad is bij de inzet van een sociale robot? Wat is leidend in de beoordeling? Zijn dat visie en beleid of de ervaring en mening van de cliënt? Bij de inzet van sociale robots bij Philadelphia zien we bijvoorbeeld dat cliënten zich soms al zelfverzekerder voelen door de aanwezigheid van robot Phi, zelfs als deze uitstaat. Of zich minder alleen voelen omdat Phi er is bij thuiskomst. Is dat een slechte ontwikkeling? Als het de cliënten gelukkiger maakt, wie zijn wij dan om het hen te onthouden? Wat de moeilijkheidsgraad van ethiek ook beïnvloedt, is het feit dat elke observatie ontzettend veel variabelen behelst. Bij geen enkele observatie kan zonder meer een conclusie getrokken worden. Mede daarom is het van groot belang om het beproeven van sociale robots in de zorg vooral veel tijd te gunnen en te zorgen voor zorgvuldige observatie.
Potentie verkennen
Sociale robots verdienen het dat hun potentie voor onze toekomstige zorg of voor een gezond en gelukkig leven wordt verkend. Robots worden net zoals alle andere technologische ontwikkelingen gevormd door de mens. Wij bepalen de basis van waaruit robots hun ontwikkeling kunnen maken. Dat ontwikkelproces moeten we zorgvuldig begeleiden, ook de experimenten met robots in de zorg. Laten we robots dezelfde kansen geven als we vele andere technologische ontwikkelingen boden. Wanneer we juist door alle opgedane ervaringen van de afgelopen eeuw nu bewuster omgaan met het toelaten van robots en kunstmatige intelligentie in ons leven, doen we daar ons voordeel mee. Zolang we werken met kaders in plaats van aannames, gunnen we onszelf en de robots een eerlijke kans in de verkenning van dit soort moderne technologie.
19 februari 2020 - Xenia Kuiper/ ICT&health