De sociale robot begon in de Nederlandse zorg als knuffelrobot (de uit Japan afkomstige zeehond Paro). De knuffelrobot had succes in de ouderen- en gehandicaptenzorg en was een voorbode van soortgenoten zoals robothonden en robotkatten. Enkele jaren later, in 2015, volgde Nao-robot (hier vooral bekend als Zora), die ouderen meer moest laten bewegen. In 2016 begon Philadelphia Zorg met robot Phi, die de afgelopen vier jaar al ruim 30 logeerperiodes begeleidde in de dagelijkse zorg ter aanvulling op de reguliere zorg en begeleiding. Robin de Robot brengt sinds enige tijd in het Albert Schweitzer Ziekenhuis autonoom bloedbuisjes tussen afdelingen rond. Ook in 2020 zijn zorgorganisaties samen met robotica-startups meerdere initiatieven begonnen.
De toekomst van robots in de zorg lijkt dichterbij dan ooit. Al valt het nog in vergelijking met de circa 300.000 sociale robots in Japan. In Nederland zijn er waarschijnlijk, ondanks onze groeiende interesse en versnelling na de Covid-19 crisis, pas om en nabij de 300 sociale robots in de zorg aanwezig. De toekomst van zorg zal naar verwachting een blended vorm zijn: een combinatie van fysieke en digitale zorg. Robots zijn bij uitstek geschikt voor de combinatie van digitale en fysieke zorg met oprechte of gepersonaliseerde aandacht. Daarbij is het van groot belang om persoonlijke aandacht en zelfredzaamheid goed van elkaar te blijven onderscheiden. Onderzoek naar sociale robots in de afgelopen jaren toont dat mensen altijd zorg van mensen willen blijven ontvangen, maar dat robots een welkome aanvulling zijn. Wat is de toekomstige rol van sociale robots in de zorg? Zijn ze een voorbeeld van zorgtechnologieën waarmee we altijd zorg kunnen blijven bieden, ook als fysieke zorg (tijdelijk) niet mogelijk is? Zo viel tijdens de Covid-19 crisis de robotzorg niet stil. Robots konden zonder problemen doorgaan met hun dagelijkse werk. Maar zijn robots straks een losstaande technologie, of een integraal onderdeel van de zorg en dienstverlening? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat de robots kunnen voldoen aan de verwachte kwaliteit van zorg door de mens? Dat er voldoende zicht blijft op gekwalificeerde robots of dat data veilig beheerd wordt. En waarom is het zo belangrijk om een sociale robot als integraal onderdeel van toekomstige zorg en dienstverlening te zien, oftewel een nieuwe zorgmedewerker? De beste sleutel tot succes lijkt het om robots een vast onderdeel te laten vormen van het zorgplatform of de netwerkzorg van de toekomst.
Sociale robotica-experimenten
Waren er in rond 2015 nog nauwelijks sociale robots in de Nederlandse zorg, het aantal initiatieven groeit inmiddels en daarmee het aanbod en de diversiteit. Zowel startups als zorgorganisaties maken stappen met de verkenning van sociale robots. We zetten de stap naar slimmere robots, voorbij de knuffel-robots. Was het eerst vooral entertainment, activering of gastheerschap, nu krijgen robots ook taken toebedeeld, zoals helpen met herinnering, sociale interactie of signalering. De focus van sociale robot-inzet in de zorg zou moeten liggen op het integraal onderdeel worden van de dagelijkse zorg- & dienstverlening. In eerdere artikelen behandelden we al de verwachtingen van een robot als zorgmedewerker van de toekomst. Nu is het van belang dat we de robot gaan voorzien van zijn eigen expertise. Het is daarbij essentieel om dit in bredere context te blijven bekijken. Het doel waarmee de robot uiteindelijk wordt ingezet, is de uitgangsbasis voor de huidige ontwikkeling.
Kunstmatige intelligentie
De stap naar kunstmatige intelligentie bij sociale robots beperkt zich vaak nog tot spraakherkenning, gezichtsherkenning of navigatie- oplossingen. De ontwikkeling zal naar verwachting door de tijd heen versterkt worden bij een grotere schaalbaarheid. Want meer data betekent uiteraard slimmere systemen en voor veel data is veel toepassing nodig. We gaan voor robots die zelflerend en (deels) autonoom kunnen worden. Robots worden nu nog veel van input voorzien die dan een bepaalde output genereert, in plaats van dat wordt gekeken naar hoe robots zelf kunnen doorpakken op wat ze leren. AI-technologie ontwikkelt zich in rap tempo, maar de toepassing ervan in de zorg binnen de robotica- context is nog minimaal. Al biedt die toepassing vele kansen, het vraagt ook aandacht voor het juiste tempo. En, meest belangrijk: zonder kennisdeling en data van de mens wordt het erg lastig voor robots om bekwaam te worden in hun zorgexpertise. Mede daarom is meer opschaling van meer robotica-initiatieven belangrijk. Meer ervaringen verzamelen, meer kennis opdoen, en meer diversiteit in toepassingen ontwikkelen, met betrokkenheid van uiteenlopende doelgroepen.
Rol in preventieve & curatieve zorg
Zijn sociale robots eigenlijk wel meer dan alleen 'leuk' voor kwetsbare mensen? Wat gaan robots straks echt betekenen in de zorgtransformatie? Allereerst is het al mooi om te zien dat er een verandering van mindshift gaande lijkt te zijn als we over eenzaamheid of gezelschap spreken. Je niet alleen voelen, je veilig en begrepen voelen én de wereld om je heen kunnen begrijpen, zijn basisbehoeften van ieder mens en des te meer binnen de zorg. Dat maakt dat we aandacht ook durven te zien als zorg, als dienst en niet alleen als competentie. Eenzaamheid bestrijden levert gezondheidswinst op. Op dit punt kunnen sociale robots naast een grote toegevoegde waarde in de curatieve zorg (verzorgen, beter maken), ook aan de preventieve kant (zorg voorkomen) een positieve business case opleveren. Onder andere door wat de robot kan bijdragen aan verlaging van de toekomstige zorgkosten. Denk aan verlaging van werkdruk en verbeterde gezondheid van zowel zorgconsumenten als zorgprofessionals. Het is hierbij van groot belang dat de software van een robot niet alleen door een techneut wordt ontwikkeld, maar samen met de zorgprofessional en de zorgconsument. Sociale robots kunnen zorgen voor meer empowerment van de zorgconsument binnen de zorg en bijdragen aan een meer gelijkwaardige relatie tussen zorgprofessional en zorgconsument.
Niet in vensterbank belanden
Een valkuil als het om de inzet van sociale robots gaat, is het risico op het belanden van robots op de vensterbank of in de kast. Hier zijn tal van oorzaken voor. Echter, door actief kennis te blijven delen op opgedane ervaringen en de transformatie van zorg als nieuwe context te blijven zien, kunnen we dit samen proberen te voorkomen. Juist bij zorginnovaties als sociale robots geldt de 80/ 20 regel: slechts 20 procent is technologische innovatie, 80 procent is sociale innovatie. Om daadwerkelijke zorgtransformatie te bereiken, moeten we ervoor zorgen dat we vooral investeren in die 80 procent. We hebben zoveel mogelijk vlieguren nodig. Experimenten zijn nodig voor een doorbraak van e-health en zo ook die van robots in de zorg. Diversiteit en hoeveelheid in (nieuwe) initiatieven zijn nodig om zoveel mogelijk data te genereren en zo de ontwikkeling te versnellen van sociale zorgrobots, alsmede de integratie en implementatie ervan. Als alle prachtige experimenten uiteindelijk niet bij elkaar komen, dan kan het ook nooit een nieuw systeem worden, zoals Jan Rotmans het recent passend omschreef. We hebben daarbij in zijn ogen vooral verbinders en vertalers nodig.
Lessen van de Covid-19 crisis
Tijdens de Covid-19 crisis hebben we veel geleerd en gezien dat we binnen de zorg tot meer en snellere vernieuwing in staat zijn dan we tot dusver dachten. Als het moet, dan kan het. Er kwamen extra subsidieregelingen om versneld zorginnovaties aan te schaffen of om deze te laten begeleiden. Ook robots werden zo aangeschaft. Dat zijn juiste stappen om te zetten en goede stimuli. We moeten tempo blijven maken want er is nog veel te doen. Ook de zorgtransformatie kunnen we hopelijk een eigen 'wet van Moore'-tempo meegeven. Met elke gezamenlijke stap versnellen we de ontwikkelingen en brengen zo de noodzakelijke zorgtransformatie dichterbij. De Covid-19 crisis liet ons ook zien dat zorgconsumentbehoeften veranderd zijn en vragen om nieuwe vormen van zorg. Zorgorganisaties zullen zich moeten heruitvinden in hun rol en toegevoegde waarde voor de toekomst. De urgentie is groter dan ooit en de mogelijkheden liggen binnen handbereik. Er zijn betaalbare robots op de markt, er is betrouwbare robotsoftware in ontwikkeling en er is groeiende expertise op het vlak van de aanpak van dit soort innovatie trajecten.
20 oktober 2020 - Xenia Kuiper/ ICT&health